stimuleren van ambitieus ondernemerschAp

WAARDECREATIE DOOR STIMULEREN VAN INNOVATORS
Vernieuwing en innovatie zijn in de laatste decennia de motor geworden van de economische groei.
Overheden op mondiaal, Europees, nationaal en lokaal niveau trachten daarom innovatief ondernemerschap te stimuleren.
De ecosysteem benadering (zie het schema hiernaast) biedt een taal voor de diagnose van de sterkten en zwakten van de sociaaleconomische structuur van een regio met de bedoeling om desgewenst te komen tot gerichte beleidsinterventies om de welvaart in de regio te verhogen.
Dit kan dan in de vorm van het oprichten van speciaal op innovatie gerichte instituties en door gerichte programma’s en subsidies om innovators te stimuleren. 
Door dit soort programma’s en subsidies is er weliswaar een ‘markt’ ontstaan voor het coachen van startup-ondernemers, maar de vraag is, in hoeverre deze stimulans werkelijk leidt tot verhoogde waardecreratie.
Meer dan 95% van de nieuwe bedrijfjes blijken uiteindelijk te falen, met name in de overgang van startup naar scale-up.

Het Blauwvinger Innovatie Centrum heeft dit fenomeen, samen met een aantal belangrijke influencers in de regio Zwolle, diepgaand bestudeerd. We stelden ons de vragen: Hoe komt het dat het zo vaak misloopt? en wat we kunnen doen om de ambitieuze ondernemers zo te ondersteunen, dat ze vaker kunnen slagen in hun missie  (=waarde creatie)? En hoe we kunnen komen tot een echt ecosysteem van innovators?

Bij een analyse van de situatie in de regio Zwolle die in 2022 werd, door de instituties in 'de blauwe laag' in bovenstaand schema (Grande Plan fase 1) geschetst welke partijen zich bezig hielden met het stimuleren van startup bedrijfjes.
Er kon worden geconstateerd dat een groot aantal partijen zich bezighield met gesubsidieerde dienstverlening. Maar de analyse hield zich voornamelijk bezig met het in kaart brengen van deze stimulerende partijen. De 'blauwe strook' in bovenstaande schema, hier links weergegeven als rode bolletjes, werd in de analyse aangeduid als 'ecosysteem'.  Dit systeem was in de Zwolse regio behoorlijk uitgebouwd. 
Maar of dat altijd leidde tot veel waardecreatie in de 'gele strook' was nog maar de vraag.

De meeste instituten hadden wel een 'eigen tuintje' van gecoachte startup bedrijfjes om zich heen, maar er bestond geen totaal inzicht over hoeveel innovatieve krachten er waren in de regio en er werd nauwelijks 'over de grenzen' van de verschillende instituten samengewerkt.
In het Grande Plan fase 1 werden de elementen in 'de roze laag' nauwelijks genoemd, laat staan dat er een 'ecosysteem' bestond van innovators, waaruit geput kon worden als de individuele bedrijfjes collega's zochten t.b.v. de ontwikkeling van hun eigen organisatie, want inzicht in alle innovators in de regio bestond, en bestaat nog niet.
Opleiding en coaching vond voornamelijk plaats van beginnende startup bedrijfjes, en er werd te weinig ondernomen om de verdere groei naar de Scale-up fase te ondersteunen.